2013 September

Tussen 2008 en 2011 heb ik samen Esther de Graaff, de toenmalige curator, drie tentoonstellingen in Corrosia in Almere gemaakt. De eerste tentoonstelling, De wereld volgens Gorilla, volgde kort na het uitkomen van de gelijknamige publicatie bij Uitgeverij Meulenhoff. In 2010 was er een groepstentoonstelling, New Order, met werk van recent afgestudeerde ontwerpers. De laatste tentoonstelling, Almere een gebruiksaanwijzing, betrof een eigen project.

 

Almere een gebruiksaanwijzing, waarvoor de titel is ontleend aan het boek Het leven een gebruiksaanwijzing van George Perec, bestond uit het resultaat van tien opdrachten die betrekking hadden op het leven en het werken in de nieuwe stad.

 

Corrosia | 2011 | expositie


Voor de expositie Moti Hotel zijn twintig ontwerpers en ontwerpbureaus gevraagd om te reageren op een werk uit de vaste collectie van het museum. Ik ben gekoppeld aan de beroemde PSP-poster van George Noordanus (foto: Hendrik-Jan Koldeweij / model: Saskia Holleman).

 

De Designpolitie, die verantwoordelijk is voor het concept en het ontwerp van de tentoonstelling, heeft voor iedere deelnemer een kamer van 2.40 x 2.40 meter gemaakt. In mijn kamer heb ik één wand gereserveerd voor de poster. Op de tegenoverliggende wand heb ik een ruimte vrijgehouden die evengroot is als de poster en daaromheen heb ik een collage gemaakt met beelden die afkomstig zijn uit mijn foto- en knipselarchief en die ik op een rationele of associatieve manier in verband breng met de poster.

 

De PSP-poster is min of meer toevallig tot stand gekomen. De foto is niet met het doel gemaakt om als poster te worden gebruikt, maar per ongeluk ontdekt door Noordanus. Binnen de PSP was er onenigheid over het ontwerp, omdat de foto door sommige leden als seksistisch werd ervaren. Tenslotte heeft Saskia Holleman geen toestemming verleend voor gebruik van de foto omdat ze in verband met een vakantie onbereikbaar was.

 

Tegenwoordig zou een dergelijke poster niet meer gemaakt kunnen worden, zeker niet voor een poltieke partij. Dat heeft niet alleen te maken met de foto, maar ook met de overbewuste manier waarop campagnes tot stand komen. In dat opzicht zijn niet alleen de foto en de PSP ontwapenend, maar is de werkwijze die ten grondslag ligt aan de totstandkoming van de poster dat ook.

 

Voor mij is dit de reden geweest om niet met een concept te werken dat een vorm dicteert, maar om te onderzoeken waar ik de poster mee associeer. De collage, die ik met de praktische en inhoudelijke hulp van Jurga Želvyté heb gemaakt, is de weerslag van dat onderzoek. Naast politiek-maatschappelijke verbanden heb ik een relatie geprobeerd te leggen met de tijd waarin de poster is gemaakt. Dat is de tijd waarin mijn leven begon, maar ook de tijd waarin Pioneer 10 werd gelanceerd met aan boord een gouden plaat met informatie over de mensheid en de locatie van de aarde.

 

Voor bezoekers die behoefte heeft aan uitleg over mijn project, heb ik naast de deur een krantenartikel over de prieelvogel opgehangen.

 

Moti | 2013 | expositie


In 2010 en 2011 heeft ’t Barre Land een serie voorstellingen gemaakt op basis van Het leven een gebruiksaanwijzing van George Perec. Tijdens de eerste edities (Ed. 2 & 3 – Krabsalade Dinteville of raadselachtiger Salade Dinteville), gespeeld in de Snijzaal, kon ik niet aanwezig zijn. Ik was een paar dagen in Parijs. Naar aanleiding hiervan ontstond het idee om tijdens de voorstelling te bellen, zodat ik verslag kon doen vanuit de stad.

 

Voor de voorstellingen die een paar weken later in Frascati speelden (ed. 4, 5, 6, 7 – de eigendommelijke ruimte), is dit idee uitgebreid door vanaf het toneel met verschillende mensen te bellen. Ik heb tijdens deze telefoongesprekken onder andere verteld over de manier waarop loofbomen in natuurgidsen worden afgebeeld, half kaal en half in blad, zodat ze zowel in de winter als in de zomer herkend kunnen worden.

 

De foto’s die ik tijdens mijn vakantie in Parijs heb gemaakt, zijn voor de speeldagen in Frascati als decor- en publiciteitsmateriaal gebruikt.

 

’t Barre Land | 2010 | affiche


Om tot uitdrukking te brengen hoe ik als kind de wereld ervoer, vanuit het midden, maar heel ver weg van het toneel, heb ik in 2008 voor een project van de Hong Kong Design Week een wereldkaart getekend waaraan een logaritmische projectie ten grondslag ligt. Het midden van de cirkel is de Paulus Potterstraat in Alphen aan den Rijn, de plek waar ik geboren ben. De veren representeren steden en andere belangrijke plaatsen. De titel is ontleend aan een uitdrukking die in het Engels wordt gebruikt om aan te geven wat de kortste afstand tussen twee punten op de wereldbol is.

 

Hong Kong Design Week | 2008 | affiche


Onder de naam Newfoundland vormde ik tussen 2000 en 2006 een gelegenheidscollectief met ontwerpbureau Kummer & Herrman. De samenwerking betrof in hoofdzaak het ontwerp van de huisstijl- en publiciteitsuitingen van Springdance, het huidige SPRING Performing Arts Festival. Vanaf het eerste moment hebben we geprobeerd te zoeken naar een inhoudelijke parallel met de kritische en experimentele programmering van Simon Dove.

 

Voor het festival van 2005 hebben we onderzoek gedaan naar bloemvormen. De resultaten hiervan hebben we gebruikt voor de affiches, brochures, geveldoeken en andere uitingen.

 

Het affiche is in 2005 genomineerd voor de Theaterafficheprijs.

 

Springdance | 2005 | affiche

 


Het ontwerp voor De Graad van Cultuur was in 1998 ons antwoord op de vraag van de Raad voor Cultuur om een jaarverslag te maken zonder cijfers, tabellen en grafieken. De publicatie bestaat uit een sober opgemaakt boekje waaromheen een poster is gevouwen met een enorme verzameling grafieken die in de breedste zin van het woord betrekking hebben op cultuur. Ik ben voor deze opdracht gevraagd door de Designpolitie, waar ik sinds de academietijd regelmatig mee samenwerk.

 

Raad voor Cultuur | 1998 | jaarverslag


Hoewel het eindresultaat nogal verschilt, is de opbouw van het omslag van De stilte van de wereld na ons vergelijkbaar aan die van het affiche voor Lt. Gustl – mej. Else. Ik heb een kleurplaat gemaakt, die ik daarna als een pointillist après la lettre heb ingevuld.

 

Marc Tritsmans schrijft in het gedicht De tabel van Mendelejev (Dmitri Mendelejev, 1869) de volgende regels: (…) hangt als een avant la lettre IKEA-handleiding / voor het heelal: dit waren alle onderdelen en / een balie voor klachten had niemand bedacht

 

Nieuw Amsterdam Uitgevers | 2012 | boekomslag


‘Ongecensureerde gedachten, erotische associaties en theatrale doodswensen van twee jonge mensen in een overspannen toestand.’

Zo omschrijft ’t Barre Land de gecombineerde bewerking van Luitenant Gustl en Fräulein Else van Arthur Schnitzler.

 

‘Geheimzinnige zelfmoord van een jongedame uit de Weense kringen. Slechts gekleed in een zwarte avondmantel werd het mooie meisje dood aangetroffen op een ontoegankelijke plek op de Cimone delle Pala… Maar misschien vinden ze me niet… Of pas volgend jaar. Of nog later. Vergaan. Als skelet..’ (Juffrouw Else, 1924)

 

Voor het ontwerp heb ik ongeveer duizend schetsjes en krabbeltjes ingescand. Het hele affiche, inclusief de tekst, is hieruit opgebouwd. Klik hier voor een grote afbeelding.

 

Lt. Gustl – mej. Else is in 2008 genomineerd voor de Theaterafficheprijs

 

’t Barre Land | 2008 | affiche


Dit is water verscheen in 2011 in de serie Kleine boekjes van Atlas Contact (destijds Uitgeverij Contact). Het betreft een toespraak (commencement address) die David Foster Wallace (1962-2008) hield op 21 mei 2005 voor de afgestudeerde studenten van het Kenyon College, Ohio.

 

De toespraak begint met de volgende tekst: Twee jonge vissen zijn rustig aan het zwemmen als ze een oudere vis tegenkomen, die de andere kant op zwemt. De oudere vis knikt ze toe en vraagt: ‘Môge, jongens, lekker water?’ De twee vissen zwemmen nog een stukje door, maar dan kijkt de een de ander aan en vraagt: ‘Wat is in ’s hemelsnaam water?’

 

Atlas Contact | 2011


Op hetzelfde moment (november 2009) dat ik werkte aan de woorden de dingen, maakte ik een omslag voor de bundel de dingen de dingen de dans en de dingen van Pim te Bokkel. De foto op het omslag maakte ik in dezelfde week (oktober 2008) als de foto die ik later voor Rosencrantz & Guildenstern are dead heb gebruikt. Zo gaat het met de dingen.

 

De ruimte op de foto is een atelier in één van de bogen onder het station Jannowitzbrücke in Berlijn. Dat atelier was tot voor kort een projectstudio van het Mondriaanfonds (destijds Fonds BKVB). De fiets hoorde bij een appartement aan de Münzstraße dat was gekoppeld aan de projectstudio. Ik verbleef daar een korte periode op uitnodiging van Kirsten Algera en Kummer & Herrman om te werken aan een bijdrage van Gorilla voor het project B.A.S. Berlin.

 

De eerste dagen fietste ik doelloos door de stad en maakte ik foto’s en video’s van niets in het bijzonder. ’s Avonds monteerde ik die tot korte, abstracte verslagen. De onderstaande video is daar een voorbeeld van, gemaakt op dezelfde dag en dezelfde plek als de foto op het omslag.

 

Over de dingen de dingen de dans en de dingen schrijft Erik Lindner in de Groene Amsterdammer: ‘Het zijn gedichten over het kijken, waarnemen, gezichtsbedrog, een wolk die geen wolk is, een reiger van papier.’

 

Nieuw Amsterdam Uitgevers | 2010

 

 

[vimeo 74554300 w=400&h=300]


De coleoptera (naar het Latijnse woord voor de orde van de kevers) heb ik in 2011 getekend voor het project Najaarscollectie van Theater Kikker. Ik had een beeld voor ogen van een sjabloonletter, maar de lettertypes die ik vond, voldeden hier niet aan. Om in de buurt te blijven van de handmatigheid die de sjabloonletter karakteriseert, heb ik mezelf tijdens het maken geen strenge regels opgelegd, zodat er kleine onregelmatigheden in het letterbeeld ontstaan. Naast de toepassing voor Theater Kikker, heb ik dit lettertype voor enkele andere projecten gebruikt, zoals H-art voor Japan.

 

Coleoptera | 2011


Op 13 november 2011 werd in het gemeentehuis van een Utrecht een kunstveiling gehouden ten behoeve van de slachtoffers van de tsunami in Japan. De specifieke betrokkenheid met dit land is in 2007 ontstaan door een uitwisselingsproject (Re-identification) waaraan zowel Utrechtse als Japanse kunstenaars deelnamen.

 

Op het affiche en in de folder heb ik de Coleoptera gebruikt, een lettertype dat ik eerder in 2011 heb ontworpen.

 

H-art voor Japan | 2011


In het kader van 400 jaar Japans-Nederlandse betrekkingen werd in 2009 in de Keizer Karel Galerie in Amstelveen (een viaduct aan de Keizer karelweg) een expositie onder de titel De Zee georganiseerd. Zes japanse ontwerpers kregen de opdracht om een affiche te maken op basis van een Nederlands gedicht, zes Nederlandse ontwerpers werd gevraagd hetzelfde te doen met een Japans gedicht. Ik heb voor deze opdracht met een tekst van Okamoto Kanoko gewerkt. Op het affiche wordt het gedicht om en om in het Nederlands en het Japans herhaald.

 

Naar de zee, naar de zee
dacht ik alleen maar
maar nu ik er ben
vind ik er niets
alleen de zee
die zich eindeloos uitrekt

 

K2G / Gemeente Amstelveen | 2009


Voor de huisstijl van het CBKU heb ik een lettertype ontworpen in zeven gewichten (025, 050, 075, 100, 125, 150, 175). In tegenstelling tot de Ardea, die ik voor Corrosia heb getekend, gaat het hier om een monospace-lettertype die vooral geschikt is voor koppen en korte teksten.

 

CBKU | 2006


De opzet voor de huisstijl van het CBKU (Centrum Beeldende Kunst Utrecht) is vergelijkbaar aan die van Corrosia. De basis bestaat uit een lettertype, die in verschillende uitingen tot het CBKU is te herleiden, soms heel expliciet, soms wat meer op de achtergrond.

 

Dit idee ontstond naar aanleiding van de briefing. Het CBKU wilde in 2006 zichtbaar zijn in de uitingen van een aantal projecten (zoals Zangsporen) die onder een andere naam bestonden, zonder dat er een logo of iets vergelijkbaars zou worden gebruikt. Het gebruik van een uitgesproken lettertype leek mij hiervoor een goede oplossing.

 

Ten gevolge van de bezuinigingen hield het CBKU in 2012 op te bestaan.

 

CBKU | 2006


In 1993 ben ik samen met Pepijn Zurburg als vrijwilliger op de publiciteitsafdeling van Theater Kikker gaan werken. Omdat we een heel klein budget hadden, drukten we zelf de affiches die we voor de concerten ontwierpen. Dit gebeurde in het Grafisch Atelier (GAU) op de Plompetorengracht. Later leerde ik deze plek opnieuw kennen, toen het CBKU, waarvoor ik 2006 een huisstijl heb gemaakt, naar Utrecht verhuisde en met het het GAU fuseerde. Door de bezuinigingen van de afgelopen jaren, is het CBKU in 2012 gesloten. De ruimte, inclusief de werkplaats, is overgenomen door Kapitaal, ondanks de droevige omstandigheden, het best denkbare alternatief.

 

Theater Kikker | 1995


’t Barre Land schrijft over deze voorstelling: ‘In de coulissen van Shakespeare’s Hamlet voltrekt zich een acteursnachtmerrie. Rosencrantz en Guildenstern wachten op een aanwijzing in een drama waarvan iedereen de plot kent behalve zijzelf. Ze komen oog in oog met de grenzen van de waarschijnlijkheid; de oude toneelspeler die zijn rol kent in deze theatermachine; de onmogelijkheid om in hoofd- of bijrollen te denken als het om het werkelijke leven gaat. Kop of munt. (…) Auteur Tom Stoppard werd, na de première van dit goochelstuk op het Edinburgh Festival, op slag beroemd. Hij werd zowel vergeleken met absurdisten als Beckett, Pirandello en Pinter, als beschuldigd van literaire piraterij.’

 

In de herfst van 2008 was ik een korte periode in Berlijn om onderzoek te doen voor een bijdrage van Gorilla aan het project B.A.S. van Kirsten Algera en Kummer & Herrman. Ik heb daarvoor foto’s gemaakt van de stickers, briefjes en posters op de muren, lantaarnpalen en bomen in de stad. Op het affiche is een detail van één van deze foto’s gebruikt. Ik ontdekte twee figuren (soldaten) die uit een mist van letters, verf en papierresten tevoorschijn komen. Rosencrantz en Guildenstern.

 

’t Barre Land | 2010

 


Er hangt een hoge lucht boven ons is het debuut van Els Moors. Voor het maken van het omslag heb ik me naast de inhoud van de bundel door de titel laten leiden. In 2007 ontving Els Moors de Herman De Coninckprijs voor het beste poëziedebuut.

 

Nieuw Amsterdam Uitgevers | 2006


‘Je kan immers alles begrijpen en alles inzien, alle onmogelijkheden en stenen muren, en je toch met geen enkele muur willen verzoenen, omdat het je tegen de borst stuit om het domweg te moeten aanvaarden. En als je dan logisch nadenkt kom je er onvermijdelijk achter dat het op een of andere manier je eigen schuld is. Die muur staat daar voornamelijk omdat jij hem zo ziet.’ (Dostojevski, Aantekeningen uit het ondergrondse).

 

Mauerschau is het Duitse woord voor teichoscopie (ook wel bodebericht), een techniek waarbij de acteur vanaf een hoog punt verslag doet van een voorstelling die moeilijk of niet op het toneel is uit te voeren en daarom als suggestie wordt gebracht.

 

Onder de titel Mauerschau bracht ’t Barre Land van 29 juni t/m 2 juli 2005 de mooiste oude en nieuwe voorstellingen in de grote zaal van de Stadsschouwburg Utrecht. Mauerschau is daarmee de opvolger van Unreal City dat in 2001 plaatsvond op dezelfde locatie.

 

In tegenstelling tot een affiche voor een enkele voorstelling, waarvoor je je als ontwerper op de inhoud van het stuk kan baseren, moest in dit geval naar een abstractere oplossing worden gezocht. Ik heb daarvoor de letters die ik voor de bundel Underperformer heb ontworpen als basis genomen.

 

Voor dit affiche heb ik in 2005 de Theaterafficheprijs ontvangen.

 

’t Barre Land | 2005


Na In menigten is Underperformer de tweede dichtbundel van Erik Jan Harmens. Voor het omslag heb ik gezocht naar een typografische vertaling van het dwingende ritme van de titel. Met bestaande lettertypes kwam ik daar niet goed uit en om die reden heb ik besloten om zelf letters te tekenen. Dit letterontwerp heb ik later voor andere projecten gebruikt, waaronder Mauerschau van ’t Barre Land.

 

Nijgh & van Ditmar | 2005